Misbruik van de procedure tot gerechtelijke reorganisatie een halt toegeroepen ?

Intussen is de Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen ruim twee jaar in werking.
 
Deze Wet strekt tot het behoud van de continuïteit van het geheel of een deel van de onderneming in moeilijkheden of van haar activiteiten.
 
Aangezien de procedure tot gerechtelijke reorganisatie in de mogelijkheid voorziet een periode van opschorting toe te kennen, tijdens dewelke geen enkel middel van tenuitvoerlegging op de roerende of onroerende goederen kan worden voortgezet of aangewend, dient er nauwlettend op toegezien te worden dat geen misbruik van de Wet wordt gemaakt.
 
Een procedure tot gerechtelijke organisatie mag dan ook enkel maar worden geopend, wanneer de continuïteit van de onderneming is bedreigd, en niet louter om aan uitvoeringsmaatregelen te ontsnappen.
 
Deze voorwaarde voor de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie werd recentelijk correct toegepast in een arrest van het Hof van Beroep te Gent d.d. 25 oktober 2010.
 
Het Hof van Beroep te Gent was van oordeel dat de procedure tot gerechtelijke reorganisatie niet kon worden geopend omdat zij abusief was.
 
In casu, bleek het werkelijke doel van de verzoekende partij bij het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie het verhinderen van een uitvoerend beslag op een onroerend goed.
 
De schuldeiser van de verzoekende partij, die over een uitvoerbare titel beschikte (vonnis Rb. Koophandel 7 september 2006), kwam vrijwillig tussen in het geding en verzette zich tegen het openen van de procedure van gerechtelijke reorganisatie door appellante.
 
Het Hof van Beroep te Gent benadrukte dat de Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen niet tot doel heeft bescherming te verlenen tegen een uitvoerende schuldeiser, wanneer deze bescherming niet bedoeld is tot het bewaren van de continuïteit van de onderneming of haar activiteiten. De vordering van verzoekende partij tot toelating tot de procedure tot gerechtelijke reorganisatie werd daarom afgewezen.