Het nieuw Sociaal Strafwetboek

Het nieuw Sociaal Strafwetboek treedt in werking en zulks uiterlijk op 1 juli 2011.
 
De bedoeling van het nieuwe Sociaal Strafwetboek is vooral een codificatie te vormen van de materie in een harmonieus geheel. Inderdaad zijn de Sociale Wetten zo ingewikkeld en onduidelijk en bovendien zijn sommige straffen ook niet billijk.
 
In het nieuw Sociaal Strafwetboek worden de inbreuken ingedeeld volgens hun ernst in 4 sanctieniveau’s:
 
De inbreuken worden per materie gerangschikt en bestraft met één van de vier sancties naargelang van de graad van ernst, waarbij er wordt op toegezien dat alle inbreuken van dezelfde ernst met éénzelfde sanctie worden bestraft.
 
Niveau 1: Lichte inbreuken: bestaan in het niet-nakomen van louter administratieve verplichtingen; deze inbreuken worden gedepenaliseerd;
  • Bestraft met een administratieve geldboete 10 tot 100 euro;
  • Bijvoorbeeld: het niet - opnemen door de werkgever van de resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen in een specifiek gedeelte in het globaal preventieplan en in het jaarlijks actieplan.
Niveau 2: Matig zware inbreuken;
  • Bestraft met een strafrechtelijke geldboete van 50 tot 500 euro of een administratieve geldboete van 25 tot 250 euro;
  • Bijvoorbeeld: inbreuken op de arbeidsduur, het niet opstellen van studentencontract, een arbeidsreglement, enz.
Niveau 3: Zware inbreuken;
  • Bestraft met een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 1.000 euro of een administratieve geldboete van 50 tot 500 euro.
  • Bijvoorbeeld: inbreuken op het niet - oprichten van ondernemingsorganen, de meeste inbreuken omtrent de welzijnswetgeving, onwettige terbeschikkingstelling, enz.
Niveau 4: Heel zware inbreuken;
  • Bestraft met een gevangenisstraf (tussen 6 maanden tot 3 jaar) en met een strafrechtelijke geldboete 600 tot 6.000 euro, hetzij één van deze straffen alleen, of een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 euro).
  • Bijvoorbeeld: inbreuken op onwettige kinderarbeid, Dimona-wetgeving, Limosa-wetgeving, verhindering toezicht en valsheid, gebruik van valse stukken, onjuiste of onvolledige verklaringen.
Wat betreft de geldboeten is bovendien belangrijk dat:
  • De strafrechtelijke geldboetes met opdeciemen moeten verhoogd worden, d.w.z. dat ze met een factor 5,5 moeten vermenigvuldigd worden.
  • Daarnaast moeten ook op de administratieve geldboetes vanaf heden opdeciemen worden toegepast.
  • Elke geldboete, zowel strafrechtelijk als administratief, vermenigvuldigd kan worden met het aantal werknemers die onder een welbepaalde inbreuk vallen.
  • De maximale geldboete mag niet meer dan het honderdvoud van de maximum geldboete bedragen.
 Daarnaast dient elke werkgever rekening te houden met een verhoging van het strafniveau:
  • In bepaalde specifieke gevallen, bijvoorbeeld wanneer de verdachte wetens en willens gehandeld heeft en niet door onachtzaamheid of nalatigheid.  Werkgevers die aldus bedrieglijk handelden, worden aldus op een zwaardere wijze gestraft.
  • Bij een aantal overtredingen op de bepalingen inzake gezondheid en veiligheid van de werknemers wordt het strafniveau eveneens verhoogd, wanneer de inbreuk gezondsschade of een arbeidsongeval tot gevolg heeft gehad voor een werknemer.
Verder kan voor de categorie van de zware inbreuken en de heel zware inbreuken (categorie 3 en 4) bij bepaalde sancties bedrijfssluiting, beroeps- en exploitatieverbod opgelegd worden. Het gaat echter om facultatieve straffen die door de Rechter moeten uitgesproken worden.
 
Daarnaast worden de rechten van verdediging tijdens de fase van toezicht en controle beter omschreven.   De bevoegdheden van de sociale inspecteurs worden uitgebreid.
 
Wellicht zal dit nieuw Sociaal Strafwetboek een efficiëntere bestraffing van inbreuken op de bepalingen van het Sociaal recht of het sociale zekerheidsrecht met zich meebrengen.