de BVBA in het gewijzigde Vennootschappenrecht

BVBA

De bvba zal met de komst van het nieuwe WVV ingrijpend gewijzigd worden. Flexibiliteit en contractuele vrijheid zullen voorop staan. In de toekomst zal de toevlucht tot de cvba dan ook niet meer nodig zijn, aangezien de bvba de meest polyvalente, flexibele en voorkomende vennootschap zal worden. Belangrijk aandachtspunt is evenwel dat er geen kapitaalbescherming meer zal zijn. Voorts wordt de bestuurdersaansprakelijkheid gewijzigd.

 

Wijzigingen inzake de kapitaalregels

De “kapitaalloze bvba/ cvba” wordt ingevoerd. Het wettelijk minimumkapitaal zal niet meer gelden hoewel boekhoudkundig en fiscaal gezien het begrip “kapitaal” wel blijft bestaan. Daardoor zullen de inbrengen het eigen vermogen vormen en dus niet langer het kapitaal. De oprichters dienen de juiste middelen te voorzien voor de activiteit(en) die de vennootschap wenst uit te bouwen.

 

Intern gezien zal kapitaal niet langer gehanteerd worden als verdeelsleutel van de aandeelhoudersrechten. Bij de oprichting genieten de oprichters een zekere vrijheid hierover. Zij bepalen de inschrijvingsprijs van een aandeel. De standaardsituatie blijft nog steeds dat de aandeelhoudersrechten verdeeld worden in functie van de waarden van de inbrengen, maar een afwijking hiervan is mogelijk. Bij latere uitgiftes bepaalt het bestuursorgaan de uitgifteprijs in functie van de werkelijke waarde. Concreet zal het verdwijnen van het begrip ‘kapitaal’ er dan ook toe leiden dat de juridische concepten van uitgiftepremie en nominale waarde verdwijnen.

 

Extern gezien vormt het eigen vermogen, en niet meer het kapitaal, het werkelijke beschermingskussen voor de schuldeisers. Bij de oprichting wordt schuldeiserbescherming verzekerd door verplicht een toereikend aanvangsvermogen te voorzien ondersteund door een versterkt financieel plan en verruimde oprichtersaansprakelijkheid. De inbreng moet onvoorwaardelijk zijn en onmiddellijk volledig volstort zijn tenzij anders bepaald in de statuten. Tevens is er een verbod op inschrijving op eigen aandelen. De verdwijning van de kapitaalverminderingsmogelijkheid en de wettelijke reserve indachtig zullen alle andere (on)rechtstreekse uitkeringen onderworpen worden aan een dubbele uitkeringstest: enerzijds een balanstest (netto-actief mag niet negatief worden ten gevolge van de uitkering) en anderzijds een liquiditeitstest (de vennootschap moet haar opeisbare schulden kunnen voldoen over een periode van minimum 12 maanden).

 

Plafonnering bestuurdersaansprakelijkheid

Tot op heden kent de Vennootschapswet geen beperking op de bestuurdersaansprakelijkheid. Het WVV zal dit wijzigen door een plafonnering van deze aansprakelijkheid in te voeren. Dit plafond wordt gelegd op basis van de omvang van de betrokken onderneming gebaseerd op omzet en balanstotaal. Concreet zal dit leiden tot:

  • Enerzijds een minimum plafond van 125.000 . Dit zal gelden voor ondernemingen met een omzet van minder dan 350.000 en een balanstotaal van minder dan 175.000 ;
  • Anderzijds een maximum plafond van 12 miljoen . Bestuurders van ondernemingen met een omzet van minstens 50 miljoen of een balanstotaal van minstens 43 miljoen zullen hun aansprakelijkheid tot dit maximum beperkt zien.
     
    Overige gemeenschappelijke wijzigingen
    Bijkomend gelden zowel voor de bvba als voor de cvba volgende wijzigingen:
    • Mogelijkheid tot uitgeven van verschillende soorten aandelen zoals winstbewijzen, converteerbare obligaties en warrants ;
    • Mogelijkheid tot vrije overdraagbaarheid van aandelen ;
    • Mogelijkheid tot beursnotering ;
    • Notariële tussenkomst blijft behouden voor een oprichting en statutenwijziging.
       
      De wijzigingen die zowel voor de bvba als voor de nv gelden, zijn:
    • Invoering van meervoudig stemrecht waardoor de regel van één aandeel – één stem wordt verlaten. Aan elk aandeel kan statutair een verschillend aantal stemmen worden toegekend. Dit aantal is beperkt tot twee stemmen in de genoteerde nv op voorwaarde dat het aandeel ononderbroken behouden blijft gedurende minimum twee jaar. Het dubbel stemrecht laat toe om trouwe aandeelhouders te belonen of een zekere bescherming te creëren tegen overnemers.
    • Geen meerhoofdigheid meer vereist. Doordat de bvba voortaan door één persoon kan opgericht worden verdwijnt logischerwijze de vorm van een E-bvba, net zoals de S-bvba.
       
       
      Laura Beeckman
      Christoph Hanssen
      Annemie Coox
       
Praktijkdomein(en)